September 2022

Er is vanavond een feestelijke Aya-lounge bij het inloopcentrum voor mensen met kanker. De flyer belooft een tuinfeestje met live muziek, sfeerverlichting, cocktails en lekkere hapjes. Na dagen van hittegolf regent het nu. Ik heb me opgegeven om te gaan, maar durf eigenlijk niet. Ik loop wat te dralen in huis. Hoeveel mensen zullen er zijn? Ben ik wel een echte Aya? Die term staat voor adolescents and young adults, jonge mensen met of na kanker. Ik pas binnen de leeftijdsgroep van 18 tot 40, maar heb ik wel kanker? Ik bedoel, heb ik wel echte kanker? Is het wel voor iemand als ik die geen behandeling heeft gehad, alleen maar weet dat er een dodelijke tijdbom in me zit? Overdrijf ik mijn ziekte niet door hier heen te gaan? Moet ik niet gewoon sterk zijn, weer gaan werken en pas over tien jaar meedoen aan dit soort dingen? Waarom was ik zo gek om me op te geven? Blijkbaar had ik er toch behoefte aan. Ja, ik heb wel behoefte aan niet alleen zijn. Ik voel me eenzaam in mijn ervaringen met onderzoeken en wachten op uitslagen. Ik voel me alleen in het voelen van de potentiële dreiging in me. Maar wat nou als ik uitgesloten wordt straks? Als ik er niet bij hoor?

Ik besluit het risico te nemen en doe Rollo met een kluifje in de bench. Ik laat hem thuis, want anders gaat het gesprek direct weer over wat hij doet als hulphond en heb ik het nog niet over kanker.

Ik fiets richting het inloophuis. Eenmaal daar ben ik aan de vroege kant. Ik fiets een rondje langs de tuin aan de achterkant. De lampjes branden al wel, maar ik zie nog niemand. Ik durf niet naar binnen en besluit te vluchten naar de overkant. Het ziekenhuis. Dat is bekend. Ik ga in de centrale hal zitten ‘mensen kijken.’ Na een kwartier ga ik nog een keer naar het inloophuis. Nu zie ik wel meer fietsen staan en ik waag de stap naar binnen. Ik word welkom geheten door de gastvrouw. Ongezien verdwijnen kan niet meer. Buiten zit al een groepje onder de parasol die dienst doet als grote paraplu. De aankleding is gezellig en er wordt volop gelachen. Ik ga zomaar ergens bij zitten, terwijl ik mijn handen om mijn kop thee vouw als houvast. Met de minuut ontspan ik meer en meer. Het gesprek gaat al meteen de diepte in. Over vermoeidheid en werk. Ik houd me wat afzijdig. Wat ik opmaak uit de verhalen van de anderen is dat ze aan het opbouwen zijn na de kankerperiode. Op een gegeven moment vraagt iemand of ik het ook herken. “Ik ben nog niet behandeld, dat komt allemaal nog.” Of ik dan net het nieuws heb gekregen. ‘Nee dat ook niet. Een jaar nu’.  Ik leg uit dat wait en see betekent dat we de kanker laten groeien tot het echt niet anders kan en dat er dan pas behandeld wordt. Ik zie verbaasde gezichten. “Dat lijkt me echt heftig. Voel je het dan ook groeien?”  Ik knik. Iemand reageert: “Toen ik de knobbels voelde en nog moest wachten op een extra uitslag voelde ik dat ook. Ik wilde het liefst dat ze er dezelfde dag nog uitgehaald werden. Jarenlang moeten wachten lijkt me echt zwaar.” Ik zeg: “Ik ben blij dat jullie zo reageren. Het voelt alsof ik valsspeelkanker heb en hier eigenlijk niet hoor.” Ik besef me dat het mijn eigen gedachten zijn, waarmee ik mezelf erbuiten plaats. Terwijl we doorpraten over knobbels en de dreiging van de dood besef ik me, dat ik veel meer gemeen heb met deze jonge mensen dan ikzelf dacht. Ik kan dan nog niet meepraten over de chemo’s, maar daar gaan de gesprekken ook nauwelijks over. De gemene deler die ons aan elkaar verbindt, is dat we een mogelijk dodelijke ziekte kregen op een leeftijd waarop we bezig waren ons leven op te bouwen. We delen dat we verder willen met ons leven, maar er een ziekte is die dat tegenwerkt. We delen dat onze omgeving in de stress is, of dat nu ouders, vrienden of kinderen zijn. Dat we soms bang zijn of waren dat we het niet overleven. Dat we beter zijn (of nog niet acuut ziek, zoals ik), maar nog zoveel klachten hebben die ons moe maken. We delen dat we anders in het leven staan, maar toch nog steeds dezelfde zijn.

De regen begint steeds harder op de parasol te kletteren. De gastvrouwen delen extra fleechedekentjes uit. Ondertussen spelen de muzikanten dapper door en worden er alcoholvrije cocktails geshaket. Het lijkt wel symbolisch voor het AYA leven. Terwijl het stormt en regent in het leven even schuilen in goed gezelschap. Om als de buienradar beterschap belooft weer op de fiets te stappen, de wijde wereld in.

1 COMMENTS

Comments are closed.

Related Posts