In proces: niet het ‘wat’ maar wel het ‘hoe’
Misschien was het je al opgevallen dat het wat stiller is op mijn blog. Meestal heb ik een voorraadje schrijfsels klaar staan voor als ik een lastige week heb, maar daar ben ik inmiddels doorheen. Er zijn dingen die mijn aandacht vragen waar ik inhoudelijk liever niet over deel. Daardoor stokt het schrijven ook. Ik kies er bewust voor minder te denken en te analyseren. Het schrijven van een blog activeert in mijn hoofd een manier van kijken naar mezelf door een bril van anekdotes, humor en scherpzinnige reflecties. Dat kan erg fijn en relativerend zijn, maar nu zit me dat in de weg. Ik zit in een proces van ruimte geven aan traumasporen die nog om erkenning en verwerking vragen. Helemaal niet meer bloggen voelt ook zo kaal, dus ik bedacht me dat ik wel kan proberen iets te delen van het proces, zonder op de inhoud in te gaan. Laten we zeggen: ik deel niet het ‘wat’ maar wel het ‘hoe’. Wellicht wat minder gevat en grappig dit keer. Voor alles is een tijd.
Het ‘hoe’ dus. Traumasporen die aandacht vragen, dat komt mij nooit uit. Ik heb wel leukere en belangrijkere dingen te doen. Daarom ga ik eerst gewoon een tijdje door met doorgaan. Net zoals ik vroeger probeerde te overleven. Als je er niet naar kijkt, is het er ook niet. Totdat het zo vast in mijn lijf gaat zitten dat ik wel moet. En dan komt de strijd tussen mijn hoofd en mijn lijf. En ook schaamte en frustratie dat het nog steeds niet over is. ‘Dit ligt toch allang achter me. Ik moet dit zelf kunnen.’ Wanneer ik nu terugkijk op afgelopen twee maanden zie ik hoe mijn interne binnenfamilie weer allemaal hun eigen rol vervullen in het managen van wat er is. Ik merkte dat het onrustiger werd en deelpersonen mij weer gingen kapen. Dat probeer ik dan eerst weer tegen te gaan door heel hard te roepen dat ik echt geen Dis meer heb. Helaas, zo makkelijk is dat niet op te lossen.
In het denken over mijn binnenwereld maak ik onderscheid tussen ‘gekaapt worden’ en ‘vermengd raken.’ Als ik gekaapt ben dan neemt een deelpersoon mij over en gaat bijvoorbeeld iemand appen of mailen zonder dat ik dat zelf weet. Soms merk ik in een gesprek dat ik overgenomen ben en vanuit mijn puber of een jonger deel praat. Ik kijk dan uit de verte toe, maar heb geen invloed op mijn woorden en motoriek. Het kan ook zijn dat ik vermengd ben geraakt. Dan sta ik als Roos nog aan het roer, maar voel ik van binnen activiteit van een ander deel. In mijn geval is dat vaak motorische onrust, wiebelen met mijn voeten of een spasme met mijn arm. Ik krijg dan nog wel alles goed mee, maar voel de angst, woede of vluchtneiging golven door mijn lijf.
Ik begon dus dit nieuwe stukje proces een paar maanden geleden door te ontkennen. Daarna wilde ik het zelf oplossen. Dat doe ik dan door alles te lezen wat los en vast zit. Oefeningen te vragen aan mijn fysio en proberen zo snel mogelijk het probleem te fixen. In dit geval was het nodig om naar de huisarts te gaan en het ‘wat’ te bespreken. Dat ging gepaard met een hoop gekaapt worden en vermengd raken. Na dat bezoek schaamde ik me zo dat mijn controlerend deel hele schema’s ging maken van wat er allemaal aan de hand is. Als ik maar begrijp hoe het zit, dan kan ik het vatten in een document, strikje erom en klaar. Wat ik nu aan het leren ben is om dit meer los te laten. Minder praten over, maar voelen en zijn bij wat er is. Ook als dat onrust, pijn en ongemak is. Nu ik wat verder ben en er al wat meer rust is gekomen ben ik wel weer begonnen met lezen. Bijvoorbeeld in het boek Traumasporen van Bessel van der Kolk en in de boeken van Janina Fisher. Nu lees ik veel rustiger en meer vanuit een begripvolle modus. Ik lees en laat me raken in herkenning, in plaats van een panisch speuren naar een snelle oplossing.
Steeds opnieuw mag ik weer ontdekken hoe erkennen dat het nu is zoals het is, meer dan de helft van het proces is. Het helpt mij dit proces niet te zien als een terugval, maar als een nieuwe laag. Het rondje weer opnieuw lopen, maar wel op een dieper, helender niveau. En dan als ik bewust besloten heb dat ik tijd en ruimte ga maken in mijn leven voor wat zich aandient, dan komt eerst het gevoel overspoeld te worden. Alsof alle delen met hun nog niet gedeelde stukjes trauma aan mijn deur rammelden en nu ik die deur open doe ze allemaal tegelijk naar binnen stuiven.
De theorie van de window of tolerance helpt me hierbij. Iedereen heeft een raampje waarbinnen je stress en emoties door de dag heen schommelen. Als stress te hevig is of te lang duurt kan je buiten je raampje gaan. Zowel eronder als erboven. Hyperarousal betekent dat je teveel voelt. Je bent dan overprikkeld en schakelt over op overlevingsreacties als vechten of vluchten. Hypoarousal betekent dat je te weinig voelt. De grootte van je raampje kan verschillen. Als ik moe ben of veel pijn heb, schiet ik er eerder buiten.
Ik weet van mezelf dat als ik te heftige gevoelens (zoals boosheid) in één keer door laat komen, ik ineens van hyper door kan schieten naar hypo. Heel even voel ik dan het intense gevoel, ik wil vechten en afreageren en dan is er een soort error en zak ik door naar beneden. Mijn lichaam wordt slap en ik val op de grond en lig een tijdje out. Gelukkig komt dit echt bijna nooit meer voor. Dat komt doordat ik geoefend heb met het verdragen van heftige emoties en op tijd kan aanvoelen wanneer ik doorschiet. Ik weet ook uit eerdere periodes waarin ik in een soortgelijk proces zit als nu, dat het best een tijdje kan duren voordat alles weer tot rust is. De keuze om het aan te gaan en de diepere traumalagen te willen doorwerken betekent dat ik goed voor mijn raampje moet zorgen. Concreet betekent dit dat ik mijn activiteiten waarbij ik veel moet geven aan anderen afschaal. Afspraken met nieuwe mensen verplaats ik naar een paar maanden verder. Plekken waarvan ik weet dat ze een wespennest van triggers zijn vermijd ik. Ik zorg dat ik mijn blik naar binnen kan richten en meer tijd neem voor rust, ontspanning en dingen die ik leuk vind. Een andere belangrijke is wat ik noemde aan het begin van deze blog, namelijk minder denken en meer voelen. Minder taal en meer zijn. Handgeschreven dagboek bijhouden. Tekenen met pastelkrijt en houtskool. En mijn aandacht richten op mijn lijf. Want dat lijf van mij wil nog zoveel vertellen.
Als ik mijn focus daarop richt, is het al snel alsof alle delen door die deur naar binnen willen en ik overspoeld word met herbelevingen, lichamelijke sensaties die ik ook had tijdens de gebeurtenissen vroeger. Mijn hartslag gaat omhoog en mijn spieren verstarren en trillen. Dit alles is al snel teveel om te behappen. Wat ik aan het leren ben is dit gedoseerd toe te laten. Niet in een keer de bak leeg kieperen, maar druppeltje voor druppeltje laten binnenkomen. Er even naar toe met mijn aandacht, een paar seconden verdragen en me dan weer richten op iets prettigs.
Het is dus geen kwestie van grote stappen, snel thuis. Naast het frustrerende dat het ‘alweer’ nodig is om traumawerk te doen, helpt het ook dat ik de weg al ken. Ik weet dat deze route uiteindelijk me heling gaat opleveren.